Donderdag 16 oktober (opening) – 16 november in het Plein-Theater in Amsterdam
- Tera de Marez Oyens
- Barbara Woof
- Anne LaBerge
- Mayke Nas
- Anne Wellmer
- Cinzia Nistico
- Huba de Graaff
- Alison Isadora
- Greta Monach
- Moniek Toebosch
- Jasna Velickovic
This exhibition gaat over echte 'Electrina's': vrouwen die aan de slag gingen, of gaan, met elektronica. ... in het Pleintheater











Jacqueline Oskamp in gesprek met Huba 25 september ’25:
Hoe ben je zelf in de elektronische muziek terechtgekomen?
‘Ik vond daar een vrijheid die ik in de gecomponeerde muziek minder voelde. Ik heb vaak te horen gekregen dat vrouwen niet kunnen componeren. Als ik aankwam bij een concert waar werk van mij werd uitgevoerd ging men ervan uit dat ik de zangeres was. Op een gegeven moment dacht ik: “Weet je wat, zoek het maar uit.” Ik voelde me niet serieus genomen en had geen zin om steeds dat gevecht aan te gaan.
‘In de wereld van de elektronische muziek heb ik nooit last gehad van vooroordelen. Ik zat als meisje al te knutselen en te solderen. Bij de opleiding Sonologie in Utrecht had ik les van Greta Vermeulen, een bijzondere componiste die onder de naam Greta Monach ook klankpoëzie maakte. Tera de Marez Oyens, een pionier in dit genre, liep er ook rond. Toen de opleiding naar Den Haag verhuisde kreeg ik les van Dick Raaijmakers en Gilius van Bergeijk. Gilius was heel stimulerend, hij moedigde mij echt aan.
‘De elektronische muziek is een soort vrijplaats, een speeltuin. Het is een genre dat zich in de marge van de hedendaagse muziek bevindt en daarom werd je er niet lastiggevallen. Ik had niet het gevoel dat ik me moest bewijzen. En je kon heel radicaal zijn, want het was toch geen “serieuze” muziek.’
Waarom wilde je een tentoonstelling over dit onderwerp samenstellen?
‘Omdat deze muziek zich in de marge afspeelt, is er weinig kennis over. Dat geldt natuurlijk ook voor de mannelijke componisten, maar over Dick Raaijmakers, Jan Boerman en Michel Waisvisz is veel meer geschreven. In Nederland ontbreekt het bewustzijn hoe origineel en bijzonder deze vrouwen zijn. In het buitenland is dat anders. Al in 2004 sprak de Amerikaanse componiste Annea Lockwood van ‘een groot zwart gat’ op het gebied van informatie over vrouwelijke elektronische componisten. Ondertussen zijn er in de Angelsaksische wereld verscheidene boeken verschenen, maar wij lopen schrikbarend achter. Nederland is zo zelfgenoegzaam. We denken dat we heel geëmancipeerd zijn, maar dat vooruitstrevende imago is vooral gelieerd aan seks en drugs.
‘Nu ik zelf ouder word voel ik de behoefte aandacht te vragen voor het onderwerp. Want elektronische muziek is sowieso vluchtig. Wij maken geen partituren, dus er is geen tastbaar object. Op z’n hoogst is er een opname, maar die audio-bestanden moet je steeds overzetten naar een nieuw format wil je ze voor de toekomst bewaren. Van mijn ‘opera’ Lautsprecher Arnolt, een succesvol muziektheaterstuk uit 2003, heb ik geen goede opname. Ik heb een paar geluidsfragmenten en een vaag filmpje – dat is het. Maar er wordt nog steeds over geschreven – geen partituur, wel legendarisch.’
Wat is de betekenis van de tentoonstelling?
‘Ik laat een serie vrouwen zien die deze vrijheid hebben opgezocht en zich hebben kunnen ontwikkelen door met elektronica te werken: Greta Vermeulen, Tera de Marez Oyens, Moniek Toebosch, Anne LaBerge, Alison Isadora enzovoorts. Er hangen schetsen van hun werken die visueel de moeite waard zijn en via een QR-code kun je doorklikken naar uitgebreidere informatie. Niet alleen ontdek je daardoor waanzinnig goede werken die in de vergetelheid zijn geraakt – bijvoorbeeld Sharon’s Gift van Tera de Marez Oyens – ook zie je opeens dat er van zo’n bundeling een enorme kracht uitgaat. Er gebeurt iets. Massa en macht. Door dat zichtbaar te maken ontstaat een kleine maar noodzakelijke correctie van de canon.’