Tera de Marez Oyens

Tera de Marez Oyens

uit: ‘Onder Stroom’ – geschiedenis van de elektronische muziek in Nederland, door Jacqueline Oskamp

‘Moeder (7 kinderen) componeert elektronische muziek’, kopt de Philips Koerier op 7 december 1968. Het is een blijmoedig portret van Tera de Marez Oyens, omringd door een imposante kinderschare, onder wie drie kleintjes van haar overleden zuster. Aanleiding is de recente uitvoering van haar tapestuk Safed dat succes oogst tijdens een concert in de Geertekerk in Utrecht – nog altijd een poëtisch werk waarin ze diffuse klank-velden afzet tegen kristalheldere staccatonootjes en halverwege de compositie het abstracte klankbeeld doorbreekt met de ‘concrete’ opname van een vrouwenstem. Uiteraard baart De Marez Oyens opzien als Nederlands ‘eerste elektronische com-poniste’, maar zelf beweert ze laconiek dat het net is als autorijden: ‘Miljoenen vrouwen rijden auto ook al weten ze niet hoe ze hem moeten repareren en waar de bougies zitten.’ Intrigerend is de manier waarop ze in de ban is geraakt van de elektronische muziek, die ze aanvankelijk als ‘kil en onmenselijk’ ervaart. Deze constatering is voor haar namelijk de reden om te gaan onderzoeken wat ze er zo lelijk aan vindt. Tijdens een cursus bij Gottfried Michael Koenig in Bilthoven raakt ze gefascineerd door de mogelijkheid zelf klanken te mengen.

Een van de aangrijpendste stukken die De Marez Oyens met elektronica maakt, is Charon’s Gift (1982) naar aanleiding van de zelfmoordpoging van haar tweede echtgenoot Menachem Ornani, die weliswaar de Holocaust heeft overleefd maar na een bezoek aan Auschwitz jaren later besluit om ‘vrijwillig de Styx over te gaan’. In haar toelichting bij dit werk voor piano en geluidsband staat: ‘Als Orpheus ging ik naar de Hades en toen Charon mij uiteindelijk toestond mijn Euridice weer mee te nemen, schreef ik Charon’s Gift.’ Ook hier een spel met contrasten: de holle, naargeestige klanken die uit de onderwereld opklinken en aanvankelijk bevestiging vinden in een dramatische marche funèbre, worden langzamerhand overgenomen door heldere, sprankelende pianomotieven die een weg omhoog lijken te zoeken.

In haar kelder beschikte Tera de Marez Oyens over niet meer dan een basisuitrusting: 1 Tandberg mono-magnefoon, 2 Philips stereomagnefoons, 2 luidsprekerboxen, 1 Philips hoofdtelefoon, 2 contactmicrofoons, 2 dynamische microfoons, 1 Putney-vcs-3 synthesizer. Net als haar collega’s met een studio-aan-huis ging De Marez Oyens voor ingewikkelder klankmanipulaties met haar materiaal naar het Instituut voor Sonologie, om met dat resultaat thuis weer verder te componeren.